ROOSMARIJE
DEUTZ
|
|
|
|
|
|
|
 |
|
|
|
|
|
|

> next |
|
|
|

Oerbos- of natuur-bos.
Dit soort bossen bestaan en ontwikkelen zich zonder menselijke invloed. Ooit was Nederland met oer- of natuurbos bedekt. Oerbos komt in Nederland niet (meer) voor. Sommige restanten oud bos in Europa kunnen nog oerbos worden genoemd. De tropische regenwouden en de noordelijke naaldbomenbossen worden tot de oerbossen gerekend. Cultuurbos. Tegenwoordig zijn alle bossen in Nederland en West-Europa door de mens aangeplant en intensief gebruikt. Bij het planten van de bomen in deze bossen, werd vooral gekeken naar de gebruikswaarde van het hout. De gebruikte boomsoorten moesten, kortom, vooral nuttig zijn en bruikbaar hout opleveren. Ook het bosbeheer werd hierop afgestemd. Cultuurbos werd vaak aangelegd op plekken waar lang geen bos is geweest. Soms ook juist in de plaats van natuurbos. Het merendeel van het Nederlandse bos is cultuurbos. Vanaf 1975 ontstond het streven naar meer natuurlijkheid in de bossen. Bossen waarin de bomen niet worden gekapt, maar op natuurlijke wijze doodgaan. Waarin stervende bomen een bron van voedsel zijn voor paddenstoelen en insecten. Grote wilde grazers houden in deze bossen de ondergroei in bedwang. Kortom bossen, waarin natuurlijke processen -inclusief windworp en insectenvraat, - hun gang kunnen gaan. Sinds 1993 heet dit: bos met accent natuur. Ruim 20% van het bos in Nederland zal deze beheersvorm gaan krijgen. Het beheer ervan zal zich primair richten op behoud, ontwikkeling en herstel van biodiversiteit. Plantages. Ook wel productiebos genoemd. Deze bossen zijn herkenbaar aan een strakke aanplant, de bomen staan geordend in rijen, vaak dicht op elkaar. Zulke bossen zijn vaak tijdelijk bedoeld en zien er langdurig kunstmatig uit. In Nederland zijn nog wel plantages als tijdelijk bos te vinden. De meeste plantages veranderen langzaam maar zeker in een natuurlijker ogend cultuurbos. Bosreservaten. Daarnaast bestaat er al sinds 1978 een systeem van bosreservaten in Nederland. Er zijn inmiddels 60 reservaten aangewezen, de laatste in 2000, verspreid over heel Nederland. Het zijn cultuurbosgebieden van 5 - 400 ha. Er worden geen beheermaatregelen meer uitgevoerd. De ontwikkeling wordt vervolgens bestudeerd om inzicht te krijgen in de spontane natuurlijke processen, wanneer menselijke ingrepen achterwege blijven.